lengte wandeling: 10,6 km. vertrekplaats: aan de kerk te Bavikhove een wandeling in en door Bavikhove Deze wandeling werd indertijd door de wergroep Vakantiegenoegens, in samenwerking met de arrondissementele wandelclub, uitgewerkt. Het Mauruspad werd geopend door de Heer Palmer Rosseel, toen bestendig afgevaardigde van West-Vlaanderen, en ingewandeld op 19 oktober 1980. Meermaals werd de bewegwijzering gerestaureerd, de laatste keer echter nu al weer bijna 10 jaar geleden. De wergroep ging ter ziele, maar blijft verder leven o.a. binnen de KWB van Bavikhove. Het gros van de toenmalige werkgroep is immers ook bestuurslid van KWB, en is dit gebleven. En binnen de KWB promoten we nu eenmaal ook gezonde en betaalbare ontspanning. |
DE MAURUSVERERING
E.H. Mattheeuws, die hier in 1939 pastoor werd, heeft veel gedaan voor de heropleving van de bedevaart. Zijn opvolger, pastoor Pieters, liet rond het kerkhof de fraaie, kunstige kapelletjes oprichten, waarop de wonderen van St.-Maurus afgebeeld staan. Daarlangs gebeurt nu de 'ommegang' van de pelgrims. Zij gaan één of driemaal rond de kerk en blijven bij iedere statie een tientje van hun paternoster bidden. Die ommegang gebeurt meestal tijdens de noveen ter ere van de H. Maurus en die duurt van de eerste zondag tot de maandag na de tweede zondag van juli. De noveen wordt gesloten met de plechtige avondmis, waarna vroeger de Bavikhovenaars hun Maurus officieel weer 'in zijn kot staken' door in de meeste herbergen van het dorp nog een volle aflaat te gaan verdienen. Spijtig genoeg wordt die traditie nu enkel nog door één grote Bavikhoofse familie in ere gehouden.
HET MAURUSPAD
HISTORISCHE SPROKKELS ONDERWEG
Heel wat plekjes op ons Maurustraject zijn een ideale kapstok om een brokje geschiedenis aan op te hangen. Het is er ons hier allicht niet om te doen een volledig historisch overzicht te geven van de gemeente. We willen alleen even hier en daar wat stof wegblazen dat in de loop der tijden op Bavikhoves verleden kwam te liggen.
1 | Over de Maurusverering hadden we het al in een andere rubriek. Nu eens het kerkgebouw zelf. De St.-Amanduskerk moet gebouwd geworden zijn in de l3de eeuw. In de basis van de toren is nog een romaanse puntgevel in Doornikse natuursteen verwerkt. Diezelfde natuursteen vinden we ook terug in de basis van het koor en het voorste gedeelte van het kerkschip. Tijdens de godsdienstige troebelen op het einde van de 16de eeuw werd de kerk waarschijnlijk deerlijk toegetakeld, zodat ze daarna in de eerste jaren van de l7de eeuw weer opgebouwd moest worden. De toren zelf is nog in laatgotiek. In 1872 - 73 werd het gebouw met 2 traveeën naar het westen uitgebreid (duidelijk te zien op de buitenmuur). In 1889-90 tenslotte werden zowel koor, daken als westgevel grondig in neogotische stijl vernieuwd. Sinds die verbouwing heeft onze kerk haar huidig uitzicht behouden. |
2 | Aan het interieur van de kerk zit nog een leuke anekdote vast. Het zal de bezoeker opvallen dat op de communiebank de twee 'stenen tafels' staan gesculpteerd, maar dat daarop het tiende gebod ontbreekt. De Hulstenaar die de communiebank daar in 1874 plaatste zou door zijn opdrachtgevers namelijk niet volledig betaald geworden zijn voor zijn werk. Vandaar dat hij ze wellicht de levieten wou lezen door het 10de gebod, 'begeer niemands goed', achterwege te laten. |
3 | Als we de kerk verlaten stappen we de Bruyelstraat in. Tot voor 25 jaar was dat een dubbele aardeweg met een open sloot in het midden. De pastorie is een gebouw uit 1865. Het klooster, althans het oudste gedeelte daarvan, kwam twee jaar later tot stand, ook onder pastoor Leo Ide. |
4 | Over de Plaatsebeek (op een 18de eeuwse kaart nog Bruwelbeke) gaan we naar de herberg 'De Bruyel'. 'Het Bruyelken' is één van de zes herbergen die Bavikhove telde in 1779. Volgens de aangifte werd daar toen al sinds 45 jaar bier getapt. De herberg droeg toen als uithangbord 'de dobbel roose'. We komen zo de Tweede Aardstraat opgestapt, die op een 18de-eeuwse kaart nog heet 'de straete naar den Dyghembosch'. |
5 | Net voor we het kapelletje van O.-L.-Vrouw-van Halle (opgericht in 1959) bereiken, zien we rechts een straatje dat vroeger helemaal uitgaf op de Leie. Daar was een aanlegplaats voor schepen, een 'aard', maar die verkeerde in een gehavende toestand, vandaar dat die plek de naam 'quaet aerdeken' meekreeg. |
6 | Wanneer we in de Eerste Aardstraat naar de Hoogstraat toe wandelen, zien we rechts in de diepte de Hofstede Donckele, die vroeger 'Te Capelle' heette, en waar nu nog resten van een omwalling zijn. |
7 | Eenmaal over de Hoogstraat belanden we in het tweede gedeelte van de Eerste Aardstraat. Die wijk werd reeds in de l8de eeuw 'De Carels' genoemd. De naam 'Karelshoek' kent elke Bavikhovenaar nog. De straat mondt uit op de hoeve Vromant, die zich bevindt op de vroegere heerlijkheid 'Ter Triest'. Het woonhuis staat op een verhoging van het terrein (of mote) en had vroeger een afzonderlijke omwalling. De O.-L.-Vrouwkapelbij de ingang van de dreef werd opgericht in 1958 (100 jaar na de verschijning van O.-L.-Vrouw te Lourdes). |
8 | We stappen nu verder links, en eer we dan weer links de Helleput ingaan zien we rechts een huis met linden. Dat was vroeger de herberg 'De voyageur'. Daarachter ligt een klein bosje dat in de 17de eeuw 'Papenbosch' genoemd werd. |
9 | De Helleput zelf mondt uit op de Vlietestraat. Op dit raakpunt was vroeger de vierschaar te vinden van de heerlijkheid 'Ten Aerde', die zich langs de Helleput over heel wat percelen land uitstrekte. |
10 | We gaan naar de hoeve Demarez toe. Wie die wil betreden moet eerst onder een toegangspoort door. In de voorgevel van de schuur is nog een merkwaardig oud O.-L.-Vrouwkapelletje te zien. In de muren van het woonhuis zijn ook sporen van vakwerkbouw. Vroeger was de hoeve eigendom van het O.-L. Vrouwhospitaal te Kortrijk. |
11 | In de Haringstraat laten we ons naar beneden glijden voorbij de hotstede Vanoverschelde. De oude benaming ervan werd nog niet gevonden. |
12 | Waar de Haringstraat de Kuurnsestraat ontmoet, krijgen we op de rechtse hoek een wit huis te zien, tot voor enkele jaren de herberg ' 't Eetje'. In 1779 wordt ze al vermeld als 'Het Heetjen' met een koevoet als uithangbord. Bij het begin van deze eeuw had die herberg twee toegangsdeuren die respectievelijk 'Het Eetjen' en 'de koevoet' als uithangbord droegen. |
13 | Zo belanden we in de Asselstraat. Die vertoonde anderhalve eeuw geleden al vrij veel bewoning in het gedeelte dicht bij de Kuurnsestraat. Net bij de bocht naar rechts loopt links een dreef naar de hoeve Vandeputte, waarschijnlijk de zetel van de vroegere heerlijkheid 'Vaernewijk', die tot voor de Franse revolutie afhing van het kasteel van Ooigem. De oude hoeve stond tot ca 1850 in de boomgaard net achter het nog bestaande kapelletje. |
14 | Eens de Vierkeerstraat gedwarst, bemerken we de hofstede Demarez met het crucifix, de oude gebouwen en de oude hoevepoort. Voor 1790 kwamen de inkomsten van de grondrenten ten goede aan de kapel 'St.-Pieters-in-de-crypte' van de Harelbeekse kapittelkerk. Men kon er de kapel mee onderhouden en de kapelaan betalen die er de mis opdroeg. |
15 | Na een klein stukje Bavikhoofsestraat stappen we de Afspanningstraat in. De straat werd al heel vroeg bewoond, en nu nog wordt de wijk in de volksmond 'Zwijnsteert' genoemd. Met zwijn (zwin is vaargeul) wordt hier de Vaernewijckbeek bedoeld. De 'staart' kan wijzen op de kronkelende loop van de beek, of op het feit dat ze daar op haar einde is, in de Leie terechtkomt. Die beek werd tot in de l8de eeuw ook vaak 'Swembeke' geheten. In 1190 al wordt daarop een watermolen vermeld. |
16 | Links van de monding van de beek in de Leie droegen een paar meersen en percelen land typische toponiemen, namelijk 'Peerden meersch', 'Soetemeersch', ' 't Hoflant'.en 'Duyvestuck'. |
17 | Wandelend op het jaagpad bemerken we links de hoeve 'Hoog Hemelrijk', die in juli 1744 door Franse troepen werd geplunderd en toen door brandstichting grondig werd verwoest. |
18 | De straat die ons weer naar ons uitgangspunt brengt, de Kervijnstraat, kende voor 1850 slechts één woning, en wel de hofstede, vroeger uitgebaat door Petrus Parmentier (nu woning A. Maertens). Ze kreeg ook wel de naam Kasteelhof, Riddershof of Bavo's hoeve. |
Bron: de brochure 'HET MAURUSPAD Bavikhove' van Vakantiegenoegens.